| Gadverdamrak | vieze straat in Amsterdam |
| Gadverdimmer | dimschakelaar te vies om aan te raken |
| Galanterfanteren | er hoffelijk met de pet naar gooien |
| Galblaasinstrument | muziekinstrument waarvan de klank wordt voortgebracht door de galblaas |
| Gammatica | taalregels volgens bouwmarkten, vb. geen punt bij Karwei |
| Garnaliseren | altijd overal het omhulseltje van af willen halen |
| Gaspedaalemmer | prullebak voor in de auto meestal onder het gaspedaal, onhandig |
| Gastrognoom | dwerg die erg van lekker eten houdt |
| Gayaculatie | homoseksueel klaarkomen |
| Gaymboy | handbare homo |
| Gebakzuchtig | erg makkelijk omgaan met banket |
| Gebarenkwaal | ziekte waar alleen gebarentolken bevattelijk voor zijn |
| Geenigszins | niet eens één nut hebben |
| Geenitalië | Frankrijk |
| Geheelonthoudgreep | in de ban van het braaf zijn |
| Geheimwee | sterke verlangens hebben naar het hebben van geheimen |
| Geheimzinnigeit | onbegrijpelijk boerderijdier, vermoedelijk verwant aan de onverklaarbaars |
| Geitenwolle Soksels | okselhaar van een grijsaard |
| Geloofboom | bijbels ingestelde plantsoortige |
| Geluidsderrière | 1) iem. van flatuleuze aard 2) bips van zo'n formaat dat het geluid absorbeert |
| Geneenskundige | gezondheidskundige die veel dingen niet geleerd heeft |
| Generalisator | iem. die (graag) veel generaliseert (ook: hokjesdenker) |
| Gepostumeerd bal | grote danspartij van overleden mensen |
| Gerechtigeit | rechtgeleerd boerderijdier |
| Gestofzuigerzakt | niet geslaagd zijn voor het stofzuigerexamen |
| Getête-a-têtter | lawaai dat wordt veroorzaakt in een lui onderonsje |
| Gevaardrijkskunde | wetenschap die zich de kennis over het gevaar van de aarde ten doel stelt (zie: geofobie) |
| Gevangelie | religie van bewaring |
| Gevulvaniceerd | verknald, mislukt |
| Geweerwolf | Hondachtige, schiet bij volle maan om middernacht |
| Gezeliggeit | sociaal boerderijdier |
| Giles de la Touretteketet | carnavalshit waarin heel veel gescholden wordt |
| Gitaars | plaats waar volgens sommige mensen bij andere mensen een snaarinstrument ingestoken dient te worden |
| Glansreiki | geloof dat kosmische energie gebruikt om objecten weer te laten glanzen |
| Glanzebord | modern ganzebord, uit de handel genomen, omdat de plaatjes door spiegeling slecht te zien waren |
| Globelix | stripfiguur die de wereld over reist |
| Gloof | rligi |
| Go with the Flobelix | heel easy going relaxed stripfiguur |
| Golden Receiver | arrogant hondensoort, apporteert geen speeltjes maar accepteert deze alleen wanneer deze aangereikt worden |
| Gondeldier | beest wat een boot kan voortbewegen met gebruik van een lange stok |
| Gondelerium | dronken in een boot door Venetie varen |
| Gorigami | kunst van het smerige dingen papiervouwen |
| Gouden handruk | iem. met een bonus aannemen |
| Graafvliegtuig | vliegtuig aan de onderkant voorzien van een schep om kuilen mee te graven |
| Graancirkelzaag | zaag om ongezien een graancirkel mee te maken |
| Grafstenografie | vaardigheid om zeer snel maar slordig grafstenen te graferen |
| Grasbruiner | iemand die gras bruint |
| Grasgroener | iemand die achter de grasbruiner loopt om het gras weer groen te krijgen |
| Graspedaal | pedaal om de toevoer van groene brandstof in een automotor te regelen |
| Grenadinier | soldaat die met verfrissende limonade gooit |
| Groeiboot | watervaartuig dat meegaat met de ontwikkelingen van de gebruiker |
| Grofvuylestede | rommelig studentencomplex in Buitenveldert |
| Grondverveling | onaangenaam gevoel van leegte bij grondverf |
| Grote Ontbosatlas | verzameldrukwerk van kaarten van de aarde d.d. 2050 |
| Grotekst | overdreven taalgebruik |
| Gymnastiekemerd | iem. die tijdens de gymlessen rotstreken uithaald |